superdirectief
- su·per·di·rec·tief
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | superdirectief | superdirectieven |
verkleinwoord | superdirectiefje | superdirectiefjes |
het superdirectief o
- (grammatica) een naamval die voorkomt in een taal als Lezgi en die uitdrukt wat in het Nederlands gewoonlijk met naar boven uitgedrukt wordt: een beweging naar de bovenzijde van iets anders
- Het woord 'superdirectief' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.