• sud·den·ly
  • Afkomstig van het Middelengelse woord "sodain", dat van het Latijnse woord subitus komt, het voltooid deelwoord van subire.
  • Afleiding van het Engelse bijvoeglijke naamwoord sudden met het achtervoegsel -ly.
Naar frequentie 863

suddenly

  1. ineens
    «And then, suddenly, masses of jobs will be created.»
    Er ineens veel arbeidsplaatsen ontstaan.
  2. opeens
    «He was suddenly gone.»
    Hij was opeens verdwenen.
  3. plots, plotseling
    «Suddenly there was a storm and huge waves.»
    Plots was er een storm en huizenhoge golven.