Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • sub·di·rec·tief
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord subdirectief subdirectieven
verkleinwoord subdirectiefje subdirectiefjes

Zelfstandig naamwoord

subdirectief

  1. (grammatica) een naamval die voorkomt in een taal als Lezgi en die uitdrukt wat in het Nederlands gewoonlijk met het voorzetsel onder uitgedrukt wordt: een beweging naar de onderzijde van iets anders

Gangbaarheid