strudel
- stru·del
- uit het Duits
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | strudel | strudels |
verkleinwoord |
de strudel m
- (voeding) gebak gemaakt met bladerdeeg
- ▸ Jan Siebelink, schrijver van het Boekenweekgeschenk, komt eind deze maand signeren bij Waanders In de Broeren. Ook Liesbeth Willemars - bekend van Heel Holland Bakt - komt naar Zwolle. Zij deelt strudel uit aan bezoekers van de 'boekenkerk'.[1]
- ▸ Het record moet nog worden erkend, maar bakker Heindl denkt dat dit geen probleem zal zijn: de vorige record–strudel was maar 239 meter lang, die van hem meet wel 366 meter.[2]
- Het woord strudel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Weblink bron Marco van den Berg“Jan Siebelink en bakster Liesbeth naar Zwolle tijdens Boekenweek” (13-03-2019), Tubantia
- ↑ Weblink bron “Oostenrijker bakt reuzenappeltaart” (26 november 2004), Reformatorisch Dagblad