Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • strooi·de rond
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
rondstrooien

strooide rond

  1. enkelvoud verleden tijd van rondstrooien
    • Ik strooide rond. 
    • Jij strooide rond. 
    • Hij, zij, het strooide rond. 


Gangbaarheid