Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • streek·ro·man·tiek
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord streekromantiek
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de streekromantiekv

  1. het gevoelsleven in een bepaald, vaak landelijk, gebied
     'Waar gaan de boeken over?' 'Streekromantiek, voor zover ik het begrijp, maar ik ben geen boekenwurm, als je dat zo zegt.'[1]

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1. Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)
    “1968, De grote eeuw deel 7” (2017), Uitgeverij Prometheus  , ISBN 9789044633535