strafvermindering
- straf·ver·min·de·ring
- samenstelling van straf en vermindering
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | strafvermindering | strafverminderingen |
verkleinwoord | strafverminderinkje | strafverminderinkjes |
de strafvermindering v
- verkleining van de zwaarte van de straf
- Wegens goed gedrag kreeg hij strafvermindering.
- Het woord strafvermindering staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.