stortten af
- Geluid: stortten af (hulp, bestand)
- stort·ten af
vervoeging van |
---|
afstorten |
stortten (...) af
- meervoud verleden tijd van afstorten
- Wij stortten af.
- Jullie stortten af.
- Zij stortten af.
- Wij stortten af.
- Het woord stortten af staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.