Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ston·den bui·ten
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
buitenstaan

stonden (…) buiten

  1. meervoud verleden tijd van buitenstaan
    • Wij stonden buiten. 
    • Jullie stonden buiten. 
    • Zij stonden buiten. 

Gangbaarheid