Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • stom·me·lings
Woordherkomst en -opbouw

Bijwoord

stommelings

  1. zonder iets te zeggen, zonder openheid
    • “Dat wij dit faillissement stommelings moeten vernemen, noem ik misdadig,” zei Wim Claes (Open Vld). [2]
Synoniemen

Gangbaarheid

Verwijzingen