• stoe·len
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
stoelen
stoelde
gestoeld
zwak -d volledig

stoelen

  1. ergatief ~ op gebaseerd zijn op
    • Die uitspraak is gestoeld op feiten. 

de stoelenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord stoel
     Stoelen of tafels hadden we niet.[1]
100 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[2]
  1. Tim Voors
    “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers  
  2.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be