stiffen
vervoeging | |
---|---|
onbepaalde wijs | to stiffen |
he/she/it | stiffens |
verleden tijd | stiffened |
voltooid deelwoord |
stiffened |
onvoltooid deelwoord |
stiffening |
gebiedende wijs | stiffen |
stiffen
- onovergankelijk stijf worden, verstijven
- onovergankelijk, (economie) (van prijzen e.d.) vaster/stabieler worden
- overgankelijk stijf maken
- overgankelijk versterken, verstevigen