Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • stierf uit
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
uitsterven

stierf uit

  1. enkelvoud verleden tijd van uitsterven
    • Ik stierf uit. 
    • Jij stierf uit. 
    • Hij, zij, het stierf uit. 


Gangbaarheid