• stel·sel·wij·zi·ging
enkelvoud meervoud
naamwoord stelselwijziging stelselwijzigingen
verkleinwoord

de stelselwijzigingv

  1. een groep samenhangende, forse veranderingen in de regelgeving op een bepaald gebied
    • Hij verwacht dat er door de veranderingen 17 procent subsidies worden uitgekeerd. In totaal moet de stelselwijziging een besparing van 85 miljoen euro opleveren in 2018. [1] 
    • De VVD-fractie in de Tweede Kamer haakt hiermee aan bij de steeds luidere roep om een fiscale stelselwijziging, die grofweg elke 10 jaar wordt doorgevoerd. Sinds 2001 is het stelsel echter niet meer aangepast aan de veranderende samenleving, waarin bijvoorbeeld het aantal zelfstandige ondernemers fors is gestegen. [2] 
    • De vernieuwing leidt niet tot een stelselwijziging, andere uitgangspunten of nieuwe bevoegdheden maar tot 'een ander aanzien' van het wetboek, zei Opstelten. Dat is volgens hem nodig omdat er nu nog verouderde, onnodige of complexe procedures in staan. [3]