stel samen
- Geluid: stel samen (hulp, bestand)
- stel sa·men
vervoeging van |
---|
samenstellen |
stel samen
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van samenstellen
- Ik stel samen.
- gebiedende wijs van samenstellen
- Stel samen!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van samenstellen
- Stel je samen?
- Het woord stel samen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.