Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • stel op
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
opstellen

stel op

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opstellen
    • Ik stel op. 
  2. gebiedende wijs van opstellen
    • Stel op! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opstellen
    • Stel je op? 


Gangbaarheid