stegen op
- ste·gen op
vervoeging van |
---|
opstijgen |
stegen op
- meervoud verleden tijd van opstijgen
- Wij stegen op.
- Jullie stegen op.
- Zij stegen op.
- Wij stegen op.
- Het woord stegen op staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.