steekpartij
- Geluid: steekpartij (hulp, bestand)
- steek·par·tij
- In de betekenis van ‘gevecht met steekwapens’ voor het eerst aangetroffen in 1940 [1]
- samenstelling van steek en partij [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | steekpartij | steekpartijen |
verkleinwoord | steekpartijtje | steekpartijtjes |
- gevecht met messen en andere steekwapens
- Tijdens de oudejaarsnacht waren er weer verschillende steekpartijen in de stad.
- Onlangs werd duidelijk dat de steekpartij vermoedelijk niet om drugs draaide, zoals eerder gesteld, maar antihomogeweld betrof. Ruim een jaar geleden kwam ik als homoseksuele vluchteling in Nederland aan. Ik werd in Zwolle geplaatst, in voor mij erbarmelijke omstandigheden: een ruimte waarin 500 Syrische vluchtelingen werden gepropt. De Syriërs zijn geen vreemden voor mij. Het zijn mensen met wie ik ben opgegroeid. Maar voor deze mensen ben ik ook gevlucht, omdat ik bang was dat ze me om mijn geaardheid niet zouden accepteren en mij uiteindelijk vermoorden.[4]
- Het woord steekpartij staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "steekpartij" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[5] |
- ↑ "steekpartij" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ steekpartij op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ NRC 3 januari 2017
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be