stedenbouwkundige

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  stedenbouwkundige    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• ste·den·bouw·kun·di·ge

Woordherkomst en -opbouw

• afgeleid van stedenbouwkundig met het achtervoegsel -e

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	stedenbouwkundige	stedenbouwkundigen
verkleinwoord	-	-

Zelfstandig naamwoord

de stedenbouwkundige v / m

1. (beroep) iemand die zich met stedenbouw bezig houdt

Bijvoeglijk naamwoord

stedenbouwkundige

1. verbogen vorm van de stellende trap van stedenbouwkundig

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.

Gangbaarheid

• Het woord stedenbouwkundige staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.