• Afkomstig van het Middelhoogduitse stat vinden (= een goede plaats vinden)
  • Samenstelling van de Duitse zelfstandige naamwoord Statt (= plaats) en het Duitse werkwoord finden
stamtijd
infinitief verleden
tijd
voltooid
deelwoord
stattfinden
/ˈfɪndn̩/
fand statt
/fant ʃtat/
stattgefunden
ʃtatgəˈfʊndn̩̩/
Klasse 3 sterk

scheidbaar

volledig met "haben"

stattfinden

  1. onovergankelijk, onpersoonlijk doorgaan, gebeuren, (gaan) plaatsvinden, worden gehouden
    «Das letzte Konzert wird am 4. Dezember 2010 in Oslo stattfinden
    Het laatste concert zal gaan plaatsvinden in Oslo op 4 december 2010.
    Het laatste concert zal worden gehouden in Oslo op 4 december 2010.
  • alle drei Jahre stattfinden
  • im kleinen Rahmen stattfinden
  • unter Ausschluss der Öffentlichkeit stattfinden
  • wegen Regen nicht stattfinden
  • zweimal wöchentlich stattfinden