stapelt op
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: stapelt op (hulp, bestand)
Woordafbreking
- sta·pelt op
Woordherkomst en -opbouw
Werkwoord
vervoeging van |
---|
opstapelen |
stapelt (...) op
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opstapelen
- Jij stapelt op.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opstapelen
- Hij stapelt op.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van opstapelen
- Stapelt op!