stalles
- stal·les
- alleen meervoud van Frans stalles, in de betekenis "rang van plaatsen in schouwburg" aangetroffen vanaf 1872 [1][2][3]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | - | stalles |
verkleinwoord | - | - |
de stalles mv
- (toneel) zitplaatsen op de rijen direct voor het toneel
- Alles is zo ingericht dat Van Duin ontspannen kan leunen op zijn reputatie. De zaal is nog maar nauwelijks opgewarmd, of hij slaagt er al met groot gemak in van balkons via parterre naar stalles een wave op gang te brengen. [4]
- Het woord stalles staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "stalles" herkend door:
59 % | van de Nederlanders; |
27 % | van de Vlamingen.[5] |
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ stalles op website: Etymologiebank.nl
- ↑ "stalles" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Gelder, H. vanAndré van Duin blijft in show binnen de lijntjes (1 december 2004) op website: nrc.nl; geraadpleegd 2019-12-14
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be