Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • staar·den aan
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
aanstaren

staarden (…) aan

  1. meervoud verleden tijd van aanstaren
    • Wij staarden aan. 
    • Jullie staarden aan. 
    • Zij staarden aan. 

Gangbaarheid