Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • sta-in-de-weg
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord sta-in-de-weg sta-in-de-wegs
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

sta-in-de-weg m

  1. een bezit dat vrij nutteloos is of geworden is en alleen maar plaats inneemt
    • De oude caravan moet maar weg, die is alleen maar een sta-in-de-weg. 

Gangbaarheid