sportdirecteurs

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  sportdirecteurs    (hulp, bestand)
• IPA: / ˈspɔrdirɛkˌtørs / (4 lettergrepen)

Woordafbreking

• sport·di·rec·teurs

Woordherkomst en -opbouw

• sportdirecteur met uitgang -s

Zelfstandig naamwoord

de sportdirecteurs mv

1. meervoud van het zelfstandig naamwoord sportdirecteur

Synoniemen

• sportdirecteuren

Gangbaarheid

• Het woord sportdirecteurs staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.