• spoel·de aan
vervoeging van
aanspoelen

spoelde aan

  1. enkelvoud verleden tijd van aanspoelen
    • Ik spoelde aan. 
    • Jij spoelde aan. 
    • Hij, zij, het spoelde aan. 
     Later spoelde hij aan en overleed hij in het ziekenhuis.[1]
  1.   Weblink bron “Dit moet je weten over een mui, een plek die je de zee in kan sleuren”, NOS-stories