splitst op
- Geluid: splitst op (hulp, bestand)
- IPA: / ˈsplɪtst ˈɔp / (2 lettergrepen)
- splitst op
vervoeging van |
---|
opsplitsen |
splitst (…) op
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opsplitsen
- Jij splitst op.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opsplitsen
- Hij splitst op.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van opsplitsen
- Splitst op!
- Het woord splitst op staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.