• speur·zin
enkelvoud meervoud
naamwoord speurzin
verkleinwoord

de speurzinm

  1. de neiging om zaken te willen onderzoeken
    • De jonge klokkenluiders die de fraude van hoogleraar Diederik Stapel aan het licht brachten, hebben 'meer moed, alertheid en speurzin getoond dan zittende hoogleraren'. Dat stellen de commissies die de fraude onderzochten in een rapport dat woensdag werd gepresenteerd in Amsterdam. [2] 
    • The Revenant is een epische western waarvan er tegenwoordig te weinig gemaakt worden. Grote cinema met veel oog voor de genadeloze natuur. Schitterend in beeld gebracht. Het contrast met de grootste concurrent, Spotlight - een degelijke studie van journalistieke speurzin - kan niet groter zijn. [3] 
    • Toch is er één lichtpuntje: de zaak van de gestolen Skoda is heropend. Wie weet heeft Fay Boumans speurzin vruchten afgeworpen. [4] 
85 % van de Nederlanders;
95 % van de Vlamingen.[5]