speldt af
- speldt af
vervoeging van |
---|
afspelden |
speldt (...) af
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afspelden
- Jij speldt af.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afspelden
- Hij speldt af.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van afspelden
- Speldt af!
- Het woord speldt af staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.