speel voor
- Geluid: speel voor (hulp, bestand)
- speel voor
vervoeging van |
---|
voorspelen |
speel voor
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van voorspelen
- Ik speel voor.
- gebiedende wijs van voorspelen
- Speel voor!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van voorspelen
- Speel je voor?
- Het woord speel voor staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.