speculatiegolf
- spe·cu·la·tie·golf
- samenstelling van speculatie zn en golf zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | speculatiegolf | speculatiegolven |
verkleinwoord | speculatiegolfje | speculatiegolfjes |
- een tijdelijke toename van het speculeren op een waarde verandering van een economisch goed
- ▸ Tegelijkertijd verafschuwde ik die waanzinnige speculatiegolf in vastgoed en aandelen, een karikatuur of satire van de ware aard van het kapitalisme enzovoort.[1]
- Het woord speculatiegolf staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)“Het einde van het verhaal” (2020), Uitgeverij Prometheus , ISBN 9789044645521