Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • span·den sa·men
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
samenspannen

spanden (…) samen

  1. meervoud verleden tijd van samenspannen
    • Wij spanden samen. 
    • Jullie spanden samen. 
    • Zij spanden samen. 

Gangbaarheid