spanden samen
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: spanden samen (hulp, bestand)
- IPA: / ˈspɑndə(n) ˈsamə(n) / (4 lettergrepen)
Woordafbreking
- span·den sa·men
Woordherkomst en -opbouw
Werkwoord
vervoeging van |
---|
samenspannen |
spanden (…) samen
- meervoud verleden tijd van samenspannen
- Wij spanden samen.
- Jullie spanden samen.
- Zij spanden samen.
- Wij spanden samen.
Gangbaarheid
- Het woord spanden samen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.