Spalierboom (peer).

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • spa·lier·boom
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord spalierboom spalierbomen
verkleinwoord spalierboompje spalierboompjes

Zelfstandig naamwoord

de spalierboomm

  1. een boom waarvan de groei door opbinding op een latwerk in een bepaalde vorm gedrongen wordt
    • De linde wordt vaak als spalierboom gebruikt. 

Gangbaarheid