sopt
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- sopt
Werkwoord
vervoeging van |
---|
soppen |
sopt
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van soppen
- Jij sopt.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van soppen
- Hij sopt.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van soppen
- Sopt!