• som·mer·sup·pe
  • Samenstelling van de Deense zelfstandige naamwoorden sommer en suppe
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   sommersuppe     sommersuppen     sommersupper     sommersupperne  
genitief   sommersuppes     sommersuppens     sommersuppers     sommersuppernes  

sommersuppe, g

  1. (voeding) zomersoep


  • som·mer·sup·pe
  • Samenstelling van de Noorse zelfstandige naamwoorden sommer en suppe
Naar frequentie > 50000
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   sommersuppe     m: sommersuppen
v: sommersuppa  
  sommersupper     sommersuppene  
genitief   sommersuppes     m: sommersuppens
v: sommersuppas  
  sommersuppers     sommersuppenes  

sommersuppe, m / v

  1. (voeding) zomersoep