sokophouder
- Geluid: sokophouder (hulp, bestand)
- sok·op·hou·der
- samenstelling van sok en ophouder [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | sokophouder | sokophouders |
verkleinwoord | - | - |
de sokophouder m
- elastiek om afzakken van sokken te voorkomen
- Het woord sokophouder staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "sokophouder" herkend door:
87 % | van de Nederlanders; |
73 % | van de Vlamingen.[2] |
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be