snoerden aan

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  snoerden aan    (hulp, bestand)
• IPA: / ˈsnurdə(n) ˈan / (3 lettergrepen)

Woordafbreking

• snoer·den aan

Woordherkomst en -opbouw

• uit snoerden (werkwoord) en aan (bijwoord), hiertussen kunnen nog andere woorden staan

Werkwoord

vervoeging van
aansnoeren

snoerden (…) aan

1. meervoud verleden tijd van aansnoeren
   

   • Wij snoerden aan. 
     
   • Jullie snoerden aan. 
     
   • Zij snoerden aan. 

Gangbaarheid

• Het woord snoerden aan staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.