snoerde in
- Geluid: snoerde in (hulp, bestand)
- snoer·de in
vervoeging van |
---|
insnoeren |
snoerde in
- enkelvoud verleden tijd van insnoeren
- Ik snoerde in.
- Jij snoerde in.
- Hij, zij, het snoerde in.
- Ik snoerde in.
- Het woord snoerde in staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.