snoepten af
- Geluid: snoepten af (hulp, bestand)
- IPA: / ˈsnuptə(n) ˈɑf / (3 lettergrepen)
- snoep·ten af
vervoeging van |
---|
afsnoepen |
snoepten (…) af
- meervoud verleden tijd van afsnoepen
- Wij snoepten af.
- Jullie snoepten af.
- Zij snoepten af.
- Wij snoepten af.
- Het woord snoepten af staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.