Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • snoei·kun·ste·naar
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord snoeikunstenaar snoeikunstenaars
verkleinwoord snoeikunstenaartje snoeikunstenaartjes

Zelfstandig naamwoord

de snoeikunstenaarm

  1. (beroep), (tuinieren) iemand die struiken en bomen snoeit in bepaalde creatieve vormen
    • De snoeikunstenaar gebruikte vooral buxus om in te snoeien. 

Gangbaarheid