Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • snob
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Engels, in de betekenis van ‘parvenu’ voor het eerst aangetroffen in 1904 [1]
  • Van het Engelse snob
enkelvoud meervoud
naamwoord snob snobs
verkleinwoord snobje snobjes

Zelfstandig naamwoord

de snobm

  1. een persoon die graag tot een hogere sociale klasse wil worden gerekend dan dat hij eigenlijk is

Gangbaarheid

96 % van de Nederlanders;
97 % van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen