Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • snif·fa·ri
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord sniffari sniffari's
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de sniffariv / m

  1. een wandeling door een bos waarbij de nadruk ligt op het opsnuiven van de natuurlijke geuren

Gangbaarheid