Noors

Uitspraak
Woordafbreking
  • snak·ka
Woordherkomst en -opbouw
  • Bijvoeglijk gebruik van het voltooid deelwoord van het Noorse werkwoord snakke.
Naar frequentie 14823
stellend vergrotend overtreffend
onbepaald
(sterk)
m/v enkelvoud snakka
o enkelvoud snakka
meervoud snakka
bepaald
(zwak)
enkelvoud en
meervoud
snakka

Bijvoeglijk naamwoord

snakka

  1. gepraat, gesproken, gezegd
Schrijfwijzen

Werkwoord

snakka

  1. verleden tijd van snakke
  2. voltooid deelwoord van snakke
Schrijfwijzen

Zelfstandig naamwoord

snakka, mv

  1. bepaalde vorm nominatief meervoud van snakk
Schrijfwijzen


Nynorsk

Uitspraak
Woordafbreking
  • snak·ka
  • Bijvoeglijk gebruik van het voltooid deelwoord van het Nynorske werkwoord snakke.
stellend vergrotend overtreffend
onbepaald
(sterk)
m/v enkelvoud snakka
o enkelvoud snakka
meervoud snakka
bepaald
(zwak)
enkelvoud en
meervoud
snakka

Bijvoeglijk naamwoord

snakka

  1. gepraat, gesproken, gezegd

Werkwoord

snakka

  1. onbepaalde wijs, tweede vorm naast snakke, zie aldaar

Werkwoord

snakka

  1. verleden tijd van snakka
  2. voltooid deelwoord van snakka

Werkwoord

snakka

  1. gebiedende wijs van snakka
Schrijfwijzen

Werkwoord

snakka

  1. verleden tijd van snakke
  2. voltooid deelwoord van snakke

Werkwoord

snakka

  1. gebiedende wijs van snakke
Schrijfwijzen

Zelfstandig naamwoord

snakka,

  1. bepaalde vorm nominatief meervoud van snakk