• smok·kel bin·nen
vervoeging van
binnensmokkelen

smokkel binnen

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van binnensmokkelen
    • Ik smokkel binnen. 
  2. gebiedende wijs van binnensmokkelen
    • Smokkel binnen! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van binnensmokkelen
    • Smokkel je binnen?