Een groteske restaurantsketch zet al meteen de toon van de humor. Het mag gerust plat en een beetje goor, als de grappen maar iets zeggen over relaties en emoties. In de familie Deprez heb je roepers (de mannen) en smijters (de vrouwen). De energieke, expressieve stijl van Wouter Deprez is een komische attractie op zich, met die mooie, perfect getimede gebaren, bewegingen, stapjes en sprongetjes. En het is fysiek zonder twijfel erg inspannend, wat die 2,5 uur nog extra glans geeft. [3]
Ik ben een beschermende moeder voor mijn dochter. Zij was dat minder. Als ik nu zie hoe ze zich smijt, leer ik daar van. Ik ben ook een smijter, maar niet op alle vlakken. En mama leerde me ook een open kijk te hebben op de dingen. Kritisch zijn, maar de mensen niet in vakjes duwen.' [4]
Zo lopen er bij ons ook velen, die menen iets te zijn. Ze zijn geen hoereerder en geen dronkaard, geen vechter en geen smijter en menen dat er wel voldoende overschiet om in de hemel te komen. Ze menen dat ze waarlijk onder de gelovigen moeten worden gerekend. [5]