smiespelen
- Geluid: smiespelen (hulp, bestand)
- smies·pe·len
- In de betekenis van ‘fluisteren’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1874 [1]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
smiespelen |
smiespelde |
gesmiespeld |
zwak -d | volledig |
smiespelen
- inergatief half verholen met elkaar praten
- Hij zag daar wat mensen die elkaar aanstootten en een beetje smiespelden over hem.
- Het woord smiespelen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "smiespelen" herkend door:
67 % | van de Nederlanders; |
20 % | van de Vlamingen.[2] |
- ↑ "smiespelen" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be