sluje
- IPA: /slʊjɛ/
- slu·je
sluje
- genitief enkelvoud van sluj
- nominatief meervoud van sluj
- accusatief meervoud van sluj
- vocatief meervoud van sluj
sluje
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd aantonende wijs van het imperfectieve werkwoord slout