sloofde uit
- Geluid: sloofde uit (hulp, bestand)
- sloof·de uit
vervoeging van |
---|
uitsloven |
sloofde uit
- enkelvoud verleden tijd van uitsloven
- Ik sloofde uit.
- Jij sloofde uit.
- Hij, zij, het sloofde uit.
- Ik sloofde uit.
- Het woord sloofde uit staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.