Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • sloe·gen aan
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
aanslaan

sloegen (…) aan

  1. meervoud verleden tijd van aanslaan
    • Wij sloegen aan. 
    • Jullie sloegen aan. 
    • Zij sloegen aan. 

Gangbaarheid