Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • sloeg op
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
opslaan

sloeg op

  1. enkelvoud verleden tijd van opslaan
    • Ik sloeg op. 
    • Jij sloeg op. 
    • Hij, zij, het sloeg op. 


Gangbaarheid